Debat aangaande de sabbat

Tweede artikel Gert-Jan van Zanten

In dit artikel wil ik, Gert-Jan van Zanten, een antwoord en een weerlegging geven op het eerste geschreven artikel van Martin Rozestraten.

Ik zal de antwoorden geven naar gelang Martin deze heeft ingedeeld in zijn eigen schrijven.

God heeft Sabbat gehouden.

Martin schrijft dat het antwoord aangaande de Sabbat niet gezocht kan worden door driekwart van de Bijbel over te slaan.
En natuurlijk, dat is helemaal waar. We zullen de gehele Bijbel moeten openslaan om een duidelijk antwoord aangaande de Sabbat te vinden.

Wat we wel zien in het betoog van Martin, dat hij juist het tegenovergestelde doet. Martin haalt het oude Testament heel vaak aan, en relatief weinig teksten uit het nieuwe Testament.

Natuurlijk ga ik ook akkoord dat God in het begin de zevende dag gemaakt heeft, dit is duidelijk.

Waar we wel rekening mee moeten houden is dat we niet alleen naar het verhaal van de schepping kunnen kijken om een antwoord op onze stelling: “Het nieuwe Testament leert dat Christenen niet gebonden zijn om de Sabbat te houden?” te kunnen vinden.

Een aantal belangrijke zaken.

Wat leert het oude Testament over de Sabbat?

Wie heeft de wet van de Sabbat gegeven? God heeft deze wet gegeven aan het volk van Israel, en dit door Zijn knecht Mozes.

In Exodus 20 en in Deut. 5 lezen we dat God de 10 geboden geeft aan het volk van Israel.
Hier lezen we voor het eerst dat het gebod gegeven word om de Sabbat te onderhouden,Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt” (Ex. 20: 8) en “Onderhoud de sabbatdag, dat gij die heiligt” (Deut. 5: 12)

Nehemia getuigd er ook van dat de Sabbat gegeven is aan het volk van Israel.

Neh 9:13  Op de berg Sinai zijt Gij nedergedaald en hebt met hen gesproken uit de hemel, en hun rechtvaardige verordeningen, betrouwbare wetten, goede inzettingen en geboden gegeven.

Neh 9:14  Ook hebt Gij hen uw heilige sabbat doen kennen en hun geboden, inzettingen en een wet gegeven door de dienst van uw knecht Mozes.

In bovenstaande tekst lezen we dat de Sabbat gegeven is door Mozes, en wanneer is deze gegeven? Toen God op de berg Sinai tot Mozes kwam en hem dit gebod gaf, om dit aan het volk te geven.
Dus de wet van de Sabbat is geen wet vanuit de schepping, maar het is een wet gegeven aan het volk Israel, en dit door Mozes.

Aan wie en wanneer werden deze geboden gegeven?

Deu 5:1  Mozes riep geheel Israel samen en zeide tot hen: Hoor, Israel, de inzettingen en de verordeningen, die ik heden doe horen, opdat gij ze leert en naarstig onderhoudt.

Deu 5:2  De Here, onze God, heeft met ons een verbond gesloten op Horeb.

Deu 5:3  Niet met onze vaderen heeft de Here dit verbond gesloten, maar met ons, zoals wij hier heden allen in leven zijn.

In bovenstaande tekst wordt het antwoord gegeven. God heeft het verbond van de tien geboden niet gesloten met de vaderen,  maar met hen die heden in leven waren op het moment dat deze gegeven werden en aan hun nakomelingen.
Dit laat zien dat God het gebod van de Sabbat niet eerder heeft gegeven dan op Sinai.
Op deze berg werd de wet aangaande de Sabbat gegeven, en dit aan het volk van Israel en dit alles door de hand van Mozes.

Deu 5:15  want gij zult gedenken, dat gij dienstknechten in het land Egypte geweest zijt, en dat de Here, uw God, u vandaar heeft uitgeleid met een sterke hand en met een uitgestrekte arm; daarom heeft u de Here, uw God, geboden de sabbatdag te houden. 

In bovenstaande tekst lezen we dat God de Sabbat heeft gegeven naar aanleiding van hun uitgeleide uit het land Egypte. (Zie ook 1 Kon. 8: 9)

Wat zien we dus in alle bovenstaand verzen?
We lezen dat, 1) God de Sabbat niet aan de vaderen heeft gegeven maar aan het volk van Israel en hun nakomelingen, 2) God heeft de Sabbat gegeven door zijn knecht Mozes, 3) God heeft de wet van de Sabbat gegeven omdat het volk uitgeleid werd uit Egypte.

Al deze gedachten laten zien dat God nooit een Sabbatwet heeft gegeven totdat Hij het gaf aan het volk Israel door Mozes.

Martin gaat verder en haalt 1 Johannes 2: 3- 7 en Openbaring 14: 12  aan en schrijft: “Deze goddelijke overlevering is de Wet met als kern de Tien Geboden”.

We vragen aan Martin om voorzichtig te zijn om dingen te schrijven die niet waar zijn.
Waar stelt Johannes dat dit de tien geboden zijn?

Wat laat het nieuwe Testament ons zien?

Het nieuwe Testament laat ons zien dat gelovigen onder een tweede verbond zijn, met de dood van Christus is er een verandering van priesterschap en wet gekomen. (Hebr. 9: 15- 17; 7: 12)

Christus, niet Mozes, heeft nu alle macht gekregen (Matt. 28: 18- 20; Fill. 2: 9- 10)

God heeft in het laatst der dagen gesproken door de Zoon. (Hebr. 1: 1- 4)

Het nieuwe Testament laat ons zien dat Mozes de wet heeft gebracht, maar Christus heeft genade en waarheid gebracht. (Joh. 1: 17) Daarom dat we de woorden van Christus rijkelijk in ons moeten laten wonen. (Koll. 3: 17)

Het nieuwe Testament leert ons dat we onder de wet van Christus zijn. (Matt. 28: 19, 20; 1 Kor. 9: 21)

Het nieuwe Testament leert ons dat Christenen de wet van Mozes niet dienen te onderhouden (Handl. 15; Gal. 3: 19- 25)
Christenen leven bij de geboden van het nieuwe Testament. (1 Kor. 9: 21)

Wat we dan zien is dat Christenen onder de wet van Christus zijn. Christus is gekomen om de wetten van God te openbaren en zo kon Johannes ook schrijven dat Christenen de wetten van God moesten onderhouden.

Martin schrijft: “Wat de apostelen schreven, waarvan zij getuigden, was een voortzetting van datgene wat de profeten onder leiding van Gods heilige geest aan getuigenissen produceerden. Imitatie profeten zijn er genoeg, ook in onze tijd. De echte profeten van God riepen het volk Israël altijd op terug te keren tot de Thora”.

Deze woorden staan in TOTAAL contrast tot de woorden van de Apostelen in Handelingen 15:  “Nu dan, wat stelt gij God op de proef door een juk op de hals der discipelen te leggen, dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen? Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als zij”.
En Lukas spreekt hier over de wet van Mozes.

Martin zit duidelijk op een ander spoor als de Apostelen van Christus zaten.
Martin leert dat we de wet nog steeds moeten onderhouden, de Apostelen, geïnspireerd door de Geest van God leren dit niet. Wie gaan we geloven?

Martin haalt verder een aantal verzen aan uit Psalm 119, een Psalm van David, en natuurlijk David hield zich aan de wet van Mozes, dit omdat hij in het tijdperk van Mozes leefde.

Jezus gehoorzaamde de Vader. 

Martin schrijft dat Christus de woorden van Zijn Vader bewaarde, dus daarbij ook de Sabbat. Heeft Christus geleefd naar Gods wet van de Sabbat? En het antwoord is een volmondig “JA”, natuurlijk heeft Christus volledig geleefd naar de wet van Zijn Vader. En daarom naar de wet van de Sabbat.

Natuurlijk heeft Christus de wet van God compleet nageleefd. Christus is gekomen om de wil te doen van Zijn Vader. (Hebr. 10: 7- 9)

Maar we moeten niet alleen kijken naar hoe Christus leefde, we moeten ook leven naar wat Hij leerde, want de leer van Christus is de leer van de Vader. (Joh. 7: 16, 17)

Christus leerde dat Hij alle macht heeft gekregen en dat een ieder onder het tweede verbond zou gaan leven bij de wil die Christus openbaarde. (Matt. 28: 18- 20) 

En natuurlijk, de wet van Christus is pas van kracht geworden na Zijn dood en sterven. (Hebr. 9: 15- 17; 7: 12)

Dus het gaat niet alleen om hoe Christus leefde, maar ook om wat Hij leerde.
Christus leerde dat er een nieuwe wet zou komen met Zijn dood en opstanding.

Martin schrijft:Dan spreekt het vanzelf dat de apostelen en andere Messiasbelijdende Joden (en later de aan hetzelfde volk Israël toegevoegde bekeerlingen uit de heidenen) zich hielden aan de Sabbat!”.

Bovenstaande woorden zijn in TOTALE TEGENSPRAAK tot de woorden van Lukas in Handl. 15.

We lezen:
En sommigen, uit Judea gekomen, leerden de broeders: Indien gij (de Heidenen) u niet besnijden laat naar het gebruik van Mozes, kunt gij niet behouden worden”. (vers 1)

“Maar er stonden uit de partij der Farizeeën enigen op, die gelovig geworden waren, en zeiden, dat men hen (de Heidenen) moest besnijden en gebieden de wet van Mozes te houden”.

En wat is het antwoord dat gegeven word?

“Nu dan, wat stelt gij God op de proef door een juk op de hals der discipelen te leggen, dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen? Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als zij”. (vers 10, 11)

En verder:
“Daarom ben ik van oordeel, dat men hen, die zich uit de heidenen tot God bekeren, niet verder moet lastig vallen, maar hun aanschrijven, dat zij zich hebben te onthouden van wat door de afgoden bezoedeld is, van hoererij, van het verstikte en van bloed”. (Vers 19, 20)

Als Martin schrijft dat de Christenen, uit de Heidenen, zich hielden aan de wet, dan spreekt hij zijn eigen interpretatie en spreekt hij God duidelijk tegen.

En, in Romeinen staat ook geschreven dat de Heidenen de wet nooit gehad hebben. (Rom. 2: 14) Dus, de heidenen hebben de wet nooit gehad en krijgen hem ook nooit.

Gekomen om te vervullen.

Martin schrijft: Jezus zegt dat hij niet is gekomen om de Wet te ontbinden, af te schaffen, op te heffen of los te laten”.

Sleutelwoorden/principes in deze tekst zijn:

  • Totdat alles zal zijn vervuld/geschied.

Wat we dan zien is dat dit vervullen/geschieden in relatie staat tot “Mozes en de profeten”, of “de wet en de profeten”.

Lukas 24: 44- 47
Hij zeide tot hen: Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden.
Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen.
En Hij zeide tot hen: Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden,
en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem.

In bovenstaande tekst vinden we dan de relatie tussen vervullen en de wet en de profeten. We zien ook in deze tekst dat er staat: “HET ALLES MOEST VERVULD WORDEN”. Jezus leerde hier dat alles vervuld moest worden en dat het vervuld was.

Efeze 4:9  Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste delen der aarde?

Efeze 4:10  Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou.

(Statenvertaling)

En zo lezen we dan dat Christus alles heeft vervuld.
Christus is gekomen om de wet te vervullen, en nadat alles vervuld was kon het nieuwe verbond van kracht worden. (Hebr. 9: 15- 17; 7: 12)

De woorden uit Mattheus 5 worden gesproken aan het begin van de bediening van Christus. De bediening van Mozes zou blijven staan totdat alles was vervuld.
Tot aan  de dood van Christus was de wet van Mozes volledig intact, en zo leerde Jezus dat ook en zo leefde Hij dit ook.
Maar we leren ook dat Christus een einde aan de wet van Mozes bracht. (Gal. 3: 19- 25)

Het “hemel en aarde” principe.

Lukas laat ons zien, WAT EEN PARALLEL IS aan de passage in Mattheus, dat deze woorden als een bekrachtiging worden gebruikt.

Luk 16:16  De wet en de profeten zijn tot op Johannes; van dien tijd af wordt het Koninkrijk Gods verkondigd, en een iegelijk doet geweld op hetzelve.

Luk 16:17  En het is lichter, dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat een tittel der wet valle.

Deze tekst laat zien dat deze woorden figuurlijk gelezen behoren te worden als een bekrachtiging van de gesproken woorden.

Jezus is ons voorbeeld.

Martin Schrijft:Jezus is het grote voorbeeld geweest van hoe je Gods Thora dient te gehoorzamen. Een ware christen is een volgeling van Christus en doet hem in alles na wat het houden van de Tien Geboden betreft”.

Opnieuw schrijven we dat Jezus de wet van Mozes volledig heeft volbracht, Hij heeft er volledig naar geleefd. Natuurlijk gaan we daar helemaal mee akkoord.

Martin vergeet echter dat de Vader een nieuw verbond heeft gebracht en dat ingeluid heeft  met de dood van Christus. Christus is de laatste profeet van de Vader aan deze wereld. (2 Kor. 3; Hebr. 1: 1- 4)
God heeft de bediening van de Geest gebracht en een einde gebracht aan de bediening van de letter. (2 Kor. 3: 1- 18)

Een nieuw hart.

Martin haalt Hebreeën hoofdstuk 8: 10 aan, maar hij kijkt niet naar de context van die woorden.
Wat schrijft deze tekst?

Heb 8: 7  Want indien dat eerste verbond onberispelijk geweest ware, zo zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest.

Heb 8: 8  Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten;

Heb 8: 9  Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage, als Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypteland te leiden; want zij zijn in dit Mijn verbond niet gebleven, en Ik heb op hen niet geacht, zegt de Heere.

Heb 8: 10  Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.

Heb 8: 11  En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken den Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen.

Heb 8: 12  Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.

Heb 8: 13  Als Hij zegt: Een nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt; dat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning. 

Martin probeert de lezer op een verkeerd spoor te zetten door alleen maar één vers aan te halen. Martin faalt om naar de context van dit vers te kijken.

Wat zegt dit Schriftwoord: “God zou een nieuw verbond gaan maken, niet naar het verbond wat hij met hun vaderen gemaakt had, ten dage dat ik heb bij de hand nam, om hen uit Egypteland te leiden”.

Deze woorden uit Hebreeën 8 zijn een quotatie uit Jeremiah 31, (Jer. 31: 31- 34) en laten zien dat God in “de laatste dagen” een nieuw verbond zou maken.
Het verbond met Mozes, gemaakt toen de Israëlieten uit Egypte kwamen, zou verdwijnen en er zou een nieuw verbond komen.

Deze tekst laat zien dat het verbond, de wet van Mozes, heeft afgedaan en dat God de geboden van Christus in het verstand zou geven en in de harten te schrijven.

De wet van Mozes zou verdwijnen en de wet van Christus zou komen.

Geen streep door geboden.

Natuurlijk gaan we met Martin akkoord dat de wet heilig is, dat de wet rechtvaardig en goed is.
Maar dat neemt niet weg dat God onder Christus een nieuw verbond heeft gebracht en met dit nieuwe verbond ook nieuwe wetten. (Hebr. 8: 7- 13: 9: 15- 17; 7: 12)

Doen staat centraal.

Natuurlijk zijn we het met Martin eens dat het doen centraal staat in de relatie met God.
Maar de cruciale vraag is, welke wetten volgen we? De wetten van Mozes, of de wet van Christus?

Het nieuwe Testament maakt ons duidelijk dat er een verbond zou verdwijnen en dat er een nieuw verbond zou komen. (2 Kor. 3: 1- 18; Hebr. 7: 12; 1 Kor. 9: 21)

1 Kor 9: 21  hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet (hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus) om hen, die zonder wet zijn, te winnen.

Paulus liet duidelijk zien dat Christenen onder de wet van Christus staan.

Sabbat ontstaan omwille van de mens. 

Martin schrijft: “De sabbat is ontstaan omwille van de mens” (Marcus 2:27). Er staat niet dat de sabbat is ontstaan omwille van de Jood. Want toen waren er nog geen Joden. Het is een heilig woord tot zegen van de mensheid.

Martin laat het doorklinken als dat de Sabbat voor alle mensen is en niet alleen voor de Joden was. Martin maakt hier een claim die niet Bijbels gegrond is.

Mar 7:10  Want Mozes heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt, zal de dood sterven.

Mar 7:11  Maar gij zegt: Indien een mens tot zijn vader of moeder zegt: Het is korban, dat is, offergave, al wat gij van mij hadt kunnen trekken,

Mar 7:12  dan laat gij hem niet toe ook nog maar iets voor zijn vader of moeder te doen.

Joh 7:23  Als een mens op sabbat de besnijdenis ontvangt, opdat de wet van Mozes niet verbroken worde, zijt gij dan op Mij vertoornd, omdat Ik op sabbat een gehele mens gezond gemaakt heb?

Joh 8:17  En ook in uw wet staat geschreven, dat het getuigenis van twee mensen waar is.

Bovenstaande teksten laten zien dat het woord mens expliciet gebruikt kan worden voor de Joden.

Dus de context moet duidelijk maken welke mens bedoeld word.

En ja, Christus is Heer van de Sabbat.
Christus heeft zelf alles geschapen, (Joh. 1: 1, 3; Koll. 1: 15- 17)
Dus inderdaad, omdat Christus God is, heeft Hij totale zeggenschap over de Sabbat.

Vragen voor Martin.

Waar in het nieuwe Testament lezen we dat de Apostelen de Sabbat onderhielden?

Waar in het nieuwe Testament lezen we dat de nieuwe gelovigen de Sabbat onderhielden?

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven